Joke de Meyer met nieuw verhaal

Foto:

Deel 1  –  De Fantoomstalker

Vrijdagavond….half mei…. de temperaturen flirten ‘s avonds reeds met twintig graden…de jachtige werkweek zit er voor de meesten op en zoals velen verlaat ook de directiesecretaresse Jackie Moran het bedrijf van haar werkgever via de ondergrondse parking in Gent. Er zijn veel lichten stuk aan het plafond en het is toch redelijk donker in de garage. Het is bijna acht uur, ze is één van de laatste – er moest nog een belangrijk dossier in orde gebracht worden voor een belangrijke vergadering volgende week. Ze is diep in gedachten verzonken en stapt vermoeid met een map onder haar rechterarm richting wagen- een grijze Porsche. De sportieve luxewagen bevindt zich desolaat tussen de witte stroken – deze keer was het echt overwerk voor haar. Rood mantelpak….weergalmende naaldhakken….piepjonge blondharige directiesecretaresse van een groot bedrijf….een stralende twintiger van goede komaf….zo iemand die je vaak ziet in job-advertenties….een verzorgd en ravissant uiterlijk….duidelijk iemand die al haar troeven uitspeelt. Maar is dit onethisch ? Mag men zijn potentieel niet maximaal uitbuiten ? Men heeft toch in principe maar één leven….natuurlijk is het eenvoudig, indien je naast een gezonde dosis intellect ook charisma hebt. En daarenboven nog succes hebben – er zijn mensen die over minder afgunst koesteren

Zou het cliché ook hier waar zijn… vertoeft de secretaresse meer op de schoot van haar baas dan op haar bureaustoel ? Kan en mag men zich een weg banen hogerop door zich op elk gebied kordaat te manifesteren ? Net op het ogenblik dat ze haar sleutelbos wil uit haar handtas nemen, schrikt ze op door naderende voetstappen. Deze weerklinken duidelijk in de verlaten verdieping en boezemen haar angst en onzekerheid in. Normaal is deze plaats een zone waar continu collega’s vertoeven en men niet let op dergelijke geluiden. Haar handen trillen als riet en ze laat haar map en sleutels vallen op de grond. Blijkbaar loopt ze al een hele periode op haar hoede en verwacht ze elke keer dat er iets onverwachts boven haar hoofd hangt. Ze draait zich met nerveuze blik om en merkt op dat er niemand te zien is achter haar. Het is echter plots muisstil geworden. Ze schudt haar hoofd en wijst zichzelf in gedachten erop dat een overdreven paranoïde gevoel haar parten speelt. Het was een vermoeiende week en waarom zou er nu iets gebeuren…ze buigt zich voorover om sleutelhanger en map op te rapen, tot er plots een schelle beltoon rinkelt. Ze slaakt verrast een gil, maar beseft dan dat het haar gsm is die rinkel. Ze veert snel terug rechtop en haast zich om de telefoon te zoeken- zoals bij velen is dit meestal speuren naar een speld in een rommelige hooiberg. Net op tijd kan ze de telefoon ontgrendelen en heeft haar vriend Sebastiaan aan de lijn. Opgelucht omdat ze zijn stem hoort, barst ze uit in een lachbui. “Hahaha, hallo, schat, oef, jij bent het – ik ga net vertrekken.” “Alles goed met jou, Jackie ? Ik wacht al in het restaurant. We hadden om 20u gereserveerd, weet je…ik heb al een aperitief besteld.” Hij klinkt opgewekt. “Ja, hoor ! Ik ben gewoon wat de kluts kwijt. De planning liep uit de hand vandaag. Ik zal geen tijd meer hebben om me op te maken.” Ze drukt de telefoon tegen haar rechteroor terwijl ze aanstalten maakt om het portier van de wagen te ontsluiten. Er volgt echter geen antwoord. Ze herhaalt nog enkele malen de woorden “hallo” en er volgt dan een vervelende kiestoon. De verbinding is blijkbaar plots verbroken ! Dat gebeurt wel meer in deze zone onder het kantoorgebouw.

Ze maakt zich niet ongerust en wil de wagen instappen. Tot ze opmerkt dat er iets op de passagierszetel ligt…een beige doos in vierkante vorm. Ze neemt plaats achter het stuur en voelt haar hart bonzen. Hoe komt deze in haar voertuig terecht? Deze morgen was er niets te zien en de portiers waren gesloten. Haar hand sluipt al bevend naar het deksel. In een roekeloze beweging rukt ze de bovenkant weg, zodat de inhoud van het mysterieuze voorwerp zichtbaar wordt. Een zucht van verlichting valt over haar schouders. Er ligt een bruine knuffelbeer in met een kaartje erbij. Haar hersenen maken snel de connectie: dit is een verrassing van Sebastiaan, haar vriend. Ze zijn vandaag 6 maanden samen en hij heeft haar deze middag zeker willen verrassen door dit in haar auto te komen leggen – hij heeft ook immers een sleutel. Ze bekomt even van de verbazing, neemt nog wat bibberend het kaartje vast en leest de tekst. “Hoe lief”, denkt ze, “Hij schrijft dat hij me dolgraag ziet, we hebben elkaar leren kennen tijdens de Gentse kermis en dit is een teddy die hij voor mij heeft gewonnen in een lunapark.” Wanneer ze haar wagen start en haar ogen terug focust op de voorruit, schreeuwt ze het uit. Ze ontwaart een donkere gestalte voor zich in het gezichtsveld van de koplampen: iemand gehuld in een lange grijze jurk, met verwarde bruine haren die bengelen langs een mantelkap die het aangezicht grotendeels maskeert…ze drukt hysterisch op het gaspedaal, waardoor het extravagante voertuig bruusk vooruit schokt….