Dierenpartij stelt vragen over energiecentrales

Foto: flickr

Te midden van de stikstofcrisis krijgen de energiecentrales in Diemen en Geertruidenberg vergunningen om flink méér stikstof uit te stoten dan ze voorheen deden. Zo kunnen ze meer biomassa verstoken. Kamerleden Lammert van Raan en Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren stelde onlangs Kamervragen aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

In de stikstofcrisis wordt het steeds vaker duidelijk dat de meeste natuurvergunningen veel meer ruimte toelaten om stikstof uit te stoten dan het bedrijf in werkelijkheid doet. Vergunningen werden jarenlang ‘op de groei’ uitgegeven; zowel voor veehouders als voor de industrie. Voor de natuur is het van groot belang dat de stikstofuitstoot drastisch afneemt, en dus zeker niet toeneemt. Daarom diende de Partij voor de Dieren al in oktober 2019 een motie in om de niet gebruikte ruimte uit natuurvergunningen per direct in te nemen.

“Omdat die motie niet is aangenomen, komen we nu in dit soort toestanden terecht,” aldus Frank Wassenberg. “De biomassacentrales gaan flink meer stikstof uitstoten, maar ze blijven op papier nog altijd binnen de marge van hun oorspronkelijke vergunningen. En dit gaat niet om niks: één derde van de stikstofwinst die geboekt wordt door de snelheidsverlaging naar 100 km/uur, wordt nu tenietgedaan door deze biomassacentrales.” De Partij voor de Dieren pleit er daarom voor dat er bij een uitbreiding van een bedrijf gekeken wordt naar de daadwerkelijke uitstoot, en niet naar de vergunde uitstoot op papier.