Mooi verhaal van Joke de Meyer

Foto:

Geniet van deel twee van Stille Nacht, killernacht.  Joke weet precies hoe ze de liefhebber van een spannend verhaal moet boeien. En dat ook tijdens deze feestdagen. Veel leesplezier alvast

STILLE NACHT, KILLERNACHT/2 :

Vijf jaren zijn reeds voorbij geschreden….de wereld maakt zich klaar om traditiegetrouw kerstavond te vieren. De wijzers van het klassieke zilverkleurige uurwerk staan beiden verticaal in één lange rechte lijn en duiden 18u aan. Deze antieke klok vormt een fel contrast met de hippe omgeving waar ze hangt : de sober ingerichte inkomhal van het Branks Medical Centrum in een randgemeente bij Gent… De frontdesk is maagdelijk wit net zoals de muren. Dit vormt natuurlijk de typische ziekenhuisbekleding, gelet op het noodzakelijke steriele karakter wegens uit te voeren chirurgische ingrepen. Enkele personeelsleden draaien er nog hun laatste shift. Tijdens het kerstweekend zijn er slechts enkele medewerkers met nachtdienst om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren. Erg uitgebreid is het patiëntenbestand niet, zeker omstreeks deze magische vakantieperiode van het jaar.
Howard Branks, de vijftigjarige directeur, is verwikkeld in een wederkerige scheldtirade met zijn eega en leeftijdsgenote, Angela Mertens. Het gaat er heftig aan toe. De deur van zijn bureau is gesloten, maar de geluidsdichtheid van de lokalen is niet optimaal zodat er het een en ander doorsijpelt naar de wandelgang.
“Je hebt me weer eens bedrogen ! Ik heb er genoeg van ! Je bent echt een kind van je vader !” Angela is snibbig, heeft een schetterend stemvolume en krijst vol misnoegen. Ze draagt een lange bruine mantel met bontkraag en heeft een korte trendy zwarte haarsnit. Haar gelaat is gaaf dankzij de ingrepen van haar echtgenoot en de hulp van botox. Het dagelijks nastreven van eeuwige jeugd lijkt het dogma van dit koppel te zijn.
“Ik jou bedrogen ? Jij moet spreken, en je escapades met die knappe verpleger dan ? Misschien kom ik precies te kort bij jou wat jij geeft aan andere mannen. Al die corrigerende operaties hebben je echt geen deugd gedaan, je hangt overal de sloerie uit !” Howards zware respons slaat in als een bom. Ook hij laat zich niet aantasten door de tand des tijds. Zijn aangezicht wordt nog niet ontsierd door een rimpel dankzij chirurgisch precisiewerk en zijn bruin geverfde haardos is perfect naar achter gekamd. Zijn ogen torenen boven diens scherpe neus uit, die onderaan gedecoreerd wordt door een kleine snor. Met zijn witte doktersplunje verschanst hij zich veilig achter de schrijftafel, terwijl hij verder tokkelt op een laptop. Toch enige recul ten opzichte van diens femme enragée. “Hell has no fury like a woman scorned ?”
“Je mag van geluk spreken dat ik medeaandeelhouder ben en dit allemaal toelaat. Het belang van ons bedrijf hangt vast aan onze symbiose. Al lijkt ons huwelijk eerder op een arena waar we als gladiatoren eeuwig in opgesloten zitten.” Angela repliceert schertsend. Ze heeft er genoeg van, maar blijft prioriteit geven aan de zakelijke belangen.
“Deze conversatie heeft geen enkele zin meer ! Ga rustig naar huis. Mijn zus zorgt traditiegetrouw voor ons kerstmaal. Laat ons vanavond de strijdbijl begraven, al was het maar voor onze zoon. De familie zal terug herenigd zijn, geef dit samenzijn een kans.” Howard heeft er genoeg van. Ondanks zijn eigen fouten, wil hij toch een intiem samenzijn met verwanten koesteren. Zeker op die avond en zeker na wat er gebeurd is met zijn eigen vader vijf jaar geleden…
De dertigjarige verpleegster Sabrina vermaakt zich met haar mannelijke collega Bjorn aan de balie. Ze hebben bijna ieder woord gehoord en dit zorgt voor het nodige leedvermaak. Sabrina heeft lang vlasblond haar en is in dienst getreden na zelf enkele figuurcorrecties te hebben ondergaan in het Medisch Centrum. Terwijl ze haar handen opbergt in de vestzakken van het ziekenhuisuniform, gniffelt ze.
“Toch ongelooflijk ! We moeten geen stationsroman meer kopen ! Wat men dagelijks hier hoort ! Een echt gekkenhuis ! Hoe meer welstellend, hoe zotter…”
“Zeker wanneer men plastische chirurgie toepast die medisch niet strikt verantwoord is. Maar wie zou die nieuwe vlam zijn waarmee Howard onder de lakens duikt ?”
Bjorn klasseert enkele documenten achter de frontdesk. Hij grinnikt bij zichzelf. Hij werkt nog niet zolang voor het ziekenhuis en is snel vertrouwd geraakt met het bekrompen milieu. Zijn blauwe ogen glinsteren onder een rode haardos. Hij heeft sproeten en nog nooit overwogen om iets aan zijn uiterlijk te veranderen. Hij doet aan fitness en dat moet volstaan om diens marktpositie als vrijgezel te verstevigen.
“Geen idee. Maar we weten allemaal wat een casanova onze baas is. Hij lijkt echt op zijn vader. Die flirtte toch ook met een jonge diva en heeft zich zo de haat van zijn familie op de hals gejaagd ? Zijn vrouw heeft immers daardoor zelfmoord gepleegd.”
Sabrina herinnert zich nog het hele gebeuren. Ze voelt zich even ongemakkelijk. Het overlijden van Walter Branks was een harde dobber voor iedereen ondanks zijn grillig karakter en hardnekkig overspel.
“Dat belooft voor het kerstfeest daar straks. Ik zou een vlieg willen zijn. Dat wordt geen kus onder de maretak. Ze blijven samen voor het geld. Zij is immers ook aandeelhouder in het bedrijf.”
Bjorn relativeert al snel de weinig opbeurende reflectie van zijn collega door te wijzen op het ludieke van de huidige situatie. De telefoon rinkelt en hij neemt de hoorn op terwijl hij energiek van wal steekt met de zin : “Branks Medical Centrum”.
Ondertussen is een andere dokter in lange jas naderbij gekomen die hen kordaat terecht wijst. Het is Aaron Looman, een dertiger, die ook nog niet zolang is opgenomen in het vaste personeelsbestand. Hij leunt met zijn rechterarm over de frontdesk. Sabrina wordt bekoord door diens rijzige gestalte, diepliggende ogen en bruine bakkebaarden. Hij blijft echter een ijsberg die niet te smelten valt.
“Kunnen jullie wat meer discreet zijn ? Is er geen werk te doen ? De patiënte van kamer 5 wacht op verzorging.”
Hij staart hen beiden even ernstig aan. Bjorn vlucht weg in zijn telefoonconversatie en Sabrina bijt van zich af. Ze is immers reeds langer in dienst dan deze snobistische arrivist.
“Excuseer, maar het lawaai van die twistzieke ego’s hoort men vanop afstand. Dat is toch ook geen reclame voor de patiënten ?” Haar toon is scherp.
“Reclame ? Binnenkort word ik misschien algemeen directeur en dan zullen de zaken hier grondig veranderen.”
Bruusk gooit Aaron een knuppel in het hoenderhok. Bjorn en Sabrina zetten grote ogen op bij deze nogal verbazingwekkende mededeling. De lichtjes van de eenzame miniatuurkerstboom aan de balie blijven even aanhoudend flikkeren.

Ineens wordt het muisstil in het bureau van Howard. Zijn blik verstart. Hij heeft een envelop geopend en merkt daar een raadselachtige brief op. Hij voelt zich ongemakkelijk worden. Angela staakt ook de verbale strijd en kijkt hem geïntrigeerd aan.

In het woning van de familie Branks is Sandy, de iets jongere zus van Howard, druk in de weer met de voorbereiding van de feestmaaltijd. Ze woont in het huis van haar overleden vader. Een reusachtige kerstboom torent als een vuurtoren in de livingruimte en vormt het ultieme decoratiestuk. Op de achtergrond zorgt de kerstmelodie “Silent Night”, gezongen door tenor Pavarotti voor de muzikale begeleiding. Ze kon niet scheiden van het meubilair en de eigenzinnige sfeer uit de tijd van Walter Branks overheerst nog steeds het verblijf. Samen met haar echtgenoot Jordan vindt ze het haar plicht om de familie bijeen te houden. Ze houdt zich zakelijk op de vlakte. Het verlies van hun vader enkele jaren geleden woog heel zwaar. Ook al had hij hen heel hard gekwetst en vooral hun dierbare moeder dan : haar zelfmoord heeft de band met Walter Branks gebroken. Hij had haar bedrogen met een jongere verpleegster die werkte in hetzelfde ziekenhuis. Dat doet er haar aan denken. Het is reeds vijf jaar geleden, precies op dezelfde avond, dat haar vader ook aan zijn einde is gekomen. Ze huivert even. Ze heeft het zichzelf nooit vergeven dat ze hem toen in de steek heeft gelaten. Hij had fouten gemaakt, ja zeker, maar ze heeft nooit echt afscheid kunnen nemen
Jordan komt thuis na zijn werk– hij zorgt voor het secretariaat van het Medisch Centrum. Hij geeft haar een zoen op de wang en feliciteert haar alvast voor de prachtige versiering en tafeldekking. Zijn zilvergrijs pak vormt een harmonieus geheel met de natuurlijke kleur van diens lokken. Hij draagt een bril en verhult zich achter een beminnelijke glimlach. Sandy hecht weinig belang aan uiterlijkheden- ze is opgevoed in een wereld waar alles draaide rond aantrekkelijk zijn en blijven. Plastische chirurgie als luxeproduct voor de eeuwige jeugd. Met het bruine haar opgestoken in een dot en een schort aan, voelt ze zich het meest op haar gemak. Die drang naar ultieme schoonheid heeft het huwelijk van haar ouders stuk gemaakt en dat van haar broer is een levende hel. Ze wil vooral authenticiteit en vreugde met haar gezin beleven.
“Ik weet dat het een moeilijke periode blijft voor jou. Het is vijf jaar geleden dat je vader gestorven is. Laat ons terug het beste ervan maken. Niet eenvoudig met al die herinneringen hier….” Jordan knoopt zijn das los en geniet van de sfeervolle kamer.
“Je weet dat ik mij schuldig blijf voelen. Hij was hier helemaal alleen. Wij hadden een goede band tot hij die relatie begon. Moeders dood was vreselijk. We hebben hem toen verstoten, maar ik had hem moeten vergeven…” Sandy vouwt enkele servetten, maar blijft onrustig.
“Jij bent mijn godin, te lief en zacht voor deze wereld. Ik zou niet weten wat te beginnen zonder jou. Het was terug een heksenketel op het werk. Hopelijk houdt ons kibbelpaar Howard en Angela zich koest deze avond als ze op bezoek komen. ” Zuchtend neemt hij een flesje pils uit de frigo en ontkurkt dit met een flessenopener.
“Ik hoop het ook. Onze dochter komt ook naar huis. Ze heeft aan de universiteit een nieuwe verovering aan de haak geslagen. Ik ben benieuwd. Ze weet ze altijd goed uit te kiezen…” De gedachte aan haar kroost brengt haar terug aan het stralen.
Terwijl haar handen ritselen tussen de post, merkt ze echter een brief op tussen de kerstkaartjes. Ze rilt als ze de inhoud ervan leest. Het kaartje heeft dezelfde vorm en inhoud als dit aan haar broer gestuurd.

In een rusthuis niet ver daarvandaan verblijft de bejaarde zus van de overleden Walter Branks, Miranda. Ze geniet na van een troostende kop koffie in haar sober gedecoreerde kamer en converseert met haar neefje, de charmante twintiger Robin. Hij zoekt haar vaak op en beschouwd haar als zijn oma. Zeker na het overlijden van zijn eigen grootmoeder.
“Ik ben zo dankbaar met jouw bezoekjes. Ik weet dat je ouders weinig tijd hebben door hun zakelijke beslommeringen.” Miranda houdt zich kranig als zeventiger. Ze draagt een stijlvolle zwarte jurk, heeft grijze krullen in permanent en weet stand te houden in haar strijd tegen kraaienpootjes dankzij een licht overgewicht. Met bolle wangen en behulp van enig medisch ingrijpen kan ze zeker nog een tiental jaar liegen over haar leeftijd. De ruimte is ingericht met een eikenhouten eetkamer, tafel en stoelen en kast. Bij de boxspring prijken enkele familiekiekjes op een salontafeltje. Haar woorden klinken hartelijk.
“Ik ben blij dat je straks met mij meegaat naar het kerstfeestje bij Sandy, tante Miranda. Het zal echt weer leuk worden. Mama heeft een nieuw spel gekocht, we maken het gezellig.” Robin, de zwartharige zoon, heeft de neus mee van zijn vader en de ogen van diens moeder. Hij voelt zich relax in zijn jeansbroek en blauwe slobbertrui. Er is vakantieverlof aan de universiteit en hij lijkt zich toch gemoedelijker te gedragen dan zijn ascendanten.
“Ach, het blijft altijd een rare dag, Robin. Weet je nog, het overlijden van mijn broer, jouw grootvader… Er gaat geen dag voorbij of ik denk aan hem. Hij had ons allemaal verdriet aangedaan door met die jonge vrouw iets te beginnen. Maar zo’n eenzame dood had hij echt niet verdiend…” Terwijl ze haar mok neerzet op de tafel, heeft ze moeite om enkele tranen te bedwingen.
“Het was een hele traumatische ervaring, tante Miranda. Ik studeerde toen pas aan de universiteit. Ik wil vader en grootvader opvolgen. Jammer dat oma zelfmoord heeft gepleegd. Er was nog zoveel om voor te leven.” Hij neemt haar rechterhand vast. Ze knijpt in de zijne als teken van genegenheid.
Plots beeft Miranda. Haar ogen vallen op een enveloppe onder de schaal waarop de koffie staat. Ze neemt deze vast en tuurt angstig voor zich uit wanneer ze de inhoud leest. Robin begrijpt niet wat er gaande is en ze weigert in te gaan op diens bezorgde blik.

Even nadien…. In het Gentse stadscentrum opent een zwaar gesluierde dame de deur van haar woongedeelte van een verwaarloosd flatgebouw. Ze kreunt, is buiten adem en haast zich naar binnen met een sleutel. Een lange zwarte mantel met kap verhult bijna haar hele gestalte. Gejaagd sluit ze terug de toegang af en steekt het licht aan. Ze begeeft zich richting de primitieve keuken om zich een glas water uit te schenken. Er hangt een spiegel in de hal en ze wordt ongewenst geconfronteerd met de aanblik van zichzelf. Een deel van de donkergrijze sluier valt af en ontbloot een gedeelte van haar aangezicht. Daar is een zwaar opgezwollen wang zichtbaar die haar linkeroog quasi dichtknijpt. Ze gruwt van zichzelf. Gevoelens van verdriet en razernij overmeesteren haar eensklaps. Ondanks haar uitgeputte gevoel barst ze in een woedeaanval uit. Ze schreeuwt en tiert. Ze gooit vazen en lampen die op de dressoir staan tegen de grond. Haar innerlijke pijn, verdriet en woede vormen een samengebalde vuist die als een windhoos doorheen de kamer raast.
Haar aandacht wordt ineens afgeleid door muziektonen. Deze is afkomstig van een cd-speler die honkt in de stereoketenkast binnen de allesbehalve riante leefruimte.
De ruimte wordt vocaal gevuld door een romantisch nummer, “I’m Hurt”, gebracht door Timi Yuro : “Hurt to think that you lied to me. Hurt way down deep inside of me. You said your love was true and we’d never part….”
Ze krijgt een hevige zenuwcrisis en verliest nu volledig de controle over haar emoties. Ze barst uit in een huilbui en laat zich terneergeslagen vallen op de grond.

Enkele minuten nadien…. Op de harde begane grond, een kasseistenen weg voor het appartementsblok, bevindt zich het levenloze lichaam van de spookachtige dame. Ze ligt uitgestrekt op haar buik met de handen gespreid naast haar romp. Het venster van haar flat op de vijfde verdieping gaapt open. De gordijnen worden gegeseld door een bruusk aangewakkerde windvlaag. De sluier volgt gedwee de deiningen van de luchtverplaatsingen, waardoor af en toe het ontsierde gedeelte van haar gelaat ten toon wordt gespreid. De pupillen zijn hopeloos vastgeketend met een blik op oneindig. Een hevige wolkbreuk zorgt voor een grote dosis nederdalend vocht. Hangt er inderdaad ook figuurlijk een turbulente storm in de lucht met beklemmende wolken ? Zullen sommigen nattigheid beginnen voelen?

Doorheen de meedogenloze invasie van regendruppels vindt de gelegenheidsmelodie onverdroten haar weg :

“Silent Night, Holy Night”…

(vervolgt)